In onze omgeving hebben we heuvels, maar in het oosten van Umbrië
liggen echte bergen, tot wel 2500 meter hoog. Bij helder weer kunnen we deze Sibillijnse
bergen vanaf ons terras zien. Tussen herfst en voorjaar zijn de toppen vaak bedekt
met sneeuw. De bergen zijn genoemd naar Sibille, een waarzegster die hier in
een grot leefde, zoals de legende beweert. Als je vanuit Norcia de steile klim
omhoog maakt en na veel haarspeldbochten boven op de pas aankomt, zie je voor
je een uitgestrekte hoogvlakte, zeven kilometer lang en drie kilometer breed,
omzoomd door hoge kale bergen. Het lijkt uitgestorven, op een klein dorpje na,
dat hoog op een heuvel ligt, Castelluccio. Hier komt maar één keer per week een
bus, als je die mist dan moet je dus een week wachten op de volgende. Je kunt
hier prachtige bergwandelingen maken of een tandemvlucht maken met een
deltavlieger. De vlakte is verder bekend om de vele wilde bloemen die hier in
juni bloeien. Gisteren zijn we er gaan kijken, in de hoop dat de ‘fioratura’ door
het koude en natte voorjaar ook in deze week nog te zien zou zijn. In eerste
instantie viel de aanblik van de vlakte van bovenaf wat tegen, maar eenmaal
beneden aangekomen bleken er toch nog hele velden met kleurige bloemen te zijn.
Een prachtig gezicht, en een feest voor de bijen, want als je tussen de bloemen
stond was het gonzen van hun vleugels haast oorverdovend. De aanblik is haast
niet in foto’s te vatten, maar hieronder toch een indruk.
woensdag 3 juli 2013
donderdag 27 juni 2013
Sagra
In alle Umbrische steden en dorpen wordt één of zelf meerdere keren per jaar een dorpsfeest of sagra georganiseerd. Het zijn door de dorpsbewoners georganiseerde feesten die enkele dagen duren. Iedere dag wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd. Vaak wordt er dan een voor het dorp of de streek bekend plaatselijk product geserveerd: wild zwijn, gans, varken, kastanjes, porcini (paddenstoelen), asperges en wat er al meer eetbaar is. De formule is simpel: sluit aan in de rij wachtenden en bestel van het menu wat je wilt eten en drinken. Met je eten zoek je een plekje aan een van de lange tafels. Het leuke is dat je nooit weet naast wie je aan tafel komt te zitten. Vaak ontmoet je zo heel aardige mensen, hoor je leuke verhalen en krijg je interessante tips. Na de maaltijd is er meestal een optreden van een lokale artiest en kan er worden gedanst. De sagra's worden aangekondigd met posters in alle omliggende dorpen en bij ons is er op dit moment elke dag wel eentje ergens in de buurt. Deze week zijn we naar de sagra in Doglio geweest, een prachtig klein burchtdorp aan de overkant van de Tiber. We kwamen naast een leuk stel uit Rome te zitten, die allebei bij IKEA werkten. Zij op de administratie en hij als kok. We kregen de tip om een keer te gaan eten in een berghut in de Martani bergen, een uurtje rijden bij ons vandaan. Meteen opgeschreven, we gaan het zeker eens uitproberen.
Città della Pieve
Tussen Orvieto
en het Trasimeense meer ligt het stadje Città della Pieve. Anders dan in andere Umbrische steden zijn de
gebouwen hier niet gemaakt van grijze of gele steenblokken, maar van rode
baksteen. De plaatselijke steen is namelijk te zacht om als bouwmateriaal gebruikt te
worden. De weinige steen die in gebouwen gebruikt is, is dan ook erg verweerd.
Al met al geeft het een bijzondere aanblik. Bovendien is het centrum groot
genoeg voor enkele leuke terrassen en winkeltjes. Maar wij kwamen specifiek voor de Infiorata,
die hier ieder jaar rond de langste dag van het jaar wordt gehouden.
Zaterdagavond beginnen de inwoners met het leggen van mozaiëken van gekleurde
steentjes, bloemblaadjes en allerlei zaden. Zo wordt één straat een zondag lang
omgetoverd in een kleurig tapijt met
verschillende motieven. Iedere wijk maakt zijn eigen ontwerpen en een jury beoordeeld
welke wijk er uiteindelijk gewonnen heeft.
Città della
Pieve is ook de geboorteplaats van de beroemde 15de-eeuwse schilder
Pietro Vannucci, beter bekend als Il Perugino (de man uit Perugia). In de stad
zijn verschillende van zijn werken te zien, zoals een prachtig fresco van de
Aanbidding van de Wijzen in het oratorium van Santa Maria dei Bianchi. Dus ook
zonder bloemtapijten is dit stadje een aanrader.
dinsdag 18 juni 2013
Brandhout
Wandelend in de omgeving valt het op dat er de afgelopen tijd weer stukken bos zijn
gekapt. Hier mag de eigenaar van de grond iedere 15 jaar het bos uitdunnen. Dat
houdt in dat de bomen mogen worden gekapt, maar dat er op regelmatige afstand bomen moeten blijven
staan om erosie tegen te gaan. Dit alles
wordt gecontroleerd door de Corpo Forestale dello Stato, een soort nationale boswachters.
De bomen worden ter plaatse in stukken gezaagd en opgestapeld. Het wordt als
brandhout verkocht en gebruikt, de meeste huizen hier worden met houtkachels en
open haarden verwarmd. Centrale verwarming bestaat hier wel, maar wordt
eigenlijk alleen voor het verwarmen van water en voor het koken gebruikt. Gas
is hier veel duurder dan in Nederland, dus stookt iedereen hier liever zijn
eigen gekapte houtvoorraad op. Gelukkig groeit alles hier snel en zijn de de kale plekken straks weer helemaal groen.
Het was weer zover
De titel van dit verhaal klinkt
een beetje somber, maar we hebben het al zo vaak meegemaakt in Italië dat er jonge
katten of honden op straat worden achtergelaten dat we niet kunnen begrijpen
dat mensen hun dieren niet laten helpen. Gisteren liepen er dus drie schattige kleine
katjes bij de bar, ’s nachts achtergelaten in een doos op het plein, hongerig
en wel in ruim 30 graden. In het
verleden hebben we al twee keer een katje uit Italië meegenomen naar huis, maar
ondanks de aansporingen van de inwoners hier om dat vooral weer te doen, willen
we niet overstag gaan. Maar niemand onderneemt enige actie, behalve het
strooien van een paar broodkorsten, dus hebben we zelf kattenvoer gehaald en de
hele dag de katjes verzorgd. Ze zijn verder goed te pas en slapen met volle
buikjes op onze stoel en in de plantenbak. ’s Middags horen we dat de schilder Roberto, die in het restaurant aan het werk is, wel een katje wil hebben. En als we ’s
avonds op het plein komen horen we dat hij ze alle drie heeft meegenomen. Nu maar
hopen dat ze een goed thuis krijgen. En op tijd worden geholpen….
(Doe-het-zelf) forel
In
tegenstelling tot de enorme keuze aan doe-het-zelf bouwmarkten in Nederland, is
het hier altijd een hele klus om de bouw- en tuinartikelen die we nodig hebben
bij elkaar te sprokkelen. Eerste stop is altijd de Brico in Marsciano, een half
uur rijden. Als daar de voorraad niet toereikend is moeten we naar de Granbrico
in Spello, een klein uur rijden. We nemen dan maar meteen op ons gemak de
toeristische route door het binnenland in plaats van de snelweg, zodat we
onderweg nog kunnen genieten van alle bloeiende veldbloemen en rozen. Op de
terugweg kwamen we langs Clitunno, een plaats die al bij de Romeinen bekend
stond als een idyllische oase waar het heldere riviertje de Clitunno een aantal
vijvers vormt. Je kunt er heerlijk wandelen in het park en de vijvers zijn bevolkt
door eenden, ganzen en forellen. De laatste zwemmen in een afgedamde visvijver,
waarnaast onder de bomen een idyllisch restaurantje ligt. Op het menu staat
natuurlijk forel. Voor 8 euro, zo van de grill, heerlijk.
Een relaxte stop, maar voor wie wat meer actie wil: naast het restaurant kun je
zelf je forel aan de haak slaan, per kilo afrekenen en meteen in het restaurant
laten klaarmaken.
Het adres: Trattoria e pesca Parco del Clitunno in park Fonti di Clitunno,
in Campello sul Clitunno.
Tel: 0743-521052.
Abonneren op:
Posts (Atom)