donderdag 6 juli 2017

Sagra in Casteltodino

Alle dorpen in Umbrië kennen hun eigen dorpsfeest, de sagra. Sommigen duren een weekend, maar andere zelfs één of twee weken. Het is eigenlijk altijd een combinatie van muziek, spelen en (goedkoop) eten. Maar binnen die categorieën heeft iedereen zijn specialiteit, waarbij de grote dorpen en steden natuurlijk meer uitpakken dan de kleinere. Maar die laatste vinden wij vaak lekker kneuterig en gezellig. De feesten in de buurt staan aangeplakt op het advertentiebord in ons dorp. Zo zagen we afgelopen weekend dat er feest was in Casteltodino, hiervandaan een half uurtje rijden. Dus rond etenstijd hebben we ons op het kleine dorpspleintje gemeld, waar de tafels al klaarstonden voor het door de twee lokale tavernes bereide feestmaal. We kregen een  menu en bestelformulier waarop we konden invullen wat we wilden eten. De lokale specialiteit waren slakken, maar die hebben we maar gelaten voor wat ze waren. Na de pizza met kaas en een bord pasta, had Edu nog varkensvlees besteld, wat een stuk varkenspoot bleek te zijn. Na het eten barstte het lokale feest los met een parade van tientallen in middeleeuwse kledij gestoken inwoners, groot en klein. Na afloop werden er 'middeleeuwse' spellen gedaan, die kennelijk internationaal zijn. We herkenden het zaklopen, appelhappen, touwtrekken en eierlopen! Het sluitstuk was een race om het dorp met een vat op een baar, gedragen door de mannen. De twee stadswijken streden tegen elkaar. In de tijd dat de mannen met het vat om het dorp renden, moest de tegenpartij proberen zo veel mogelijk graan uit een vat te scheppen en verderop in een emmer te gieten. De wijk met de zwaarste emmer zou winnen. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk te bepalen want  het mechaniek van de weegschaal liet het even afweten. Maar uiteindelijk werd de winnaar onder luid applaus op de schouders gehesen.

Het pleintje van Casteltodino

Middeleeuwse maaltijd

De ton staat klaar voor de race

Zomerse geluiden

Het blijft onovertroffen warm en zomers in Umbrië. Dat alles dankzij een nieuwe golf warme lucht die vanuit de Sahara hierheen wordt geblazen, de Tramontana. Dankzij de hogere ligging van Acqualoreto (430 m) koelt het 's nachts gelukkig lekker af tot 17 graden, maar 's morgens schiet de temperatuur al snel weer omhoog. Na de lunch is het dan ook niet zo moeilijk om lekker lui in de stoel of de hangmat wat te lezen of even weg te dutten. Dolce far niente, nietwaar?
De enigen die geen siësta houden zijn de cicades (geen familie van de krekel trouwens), die lijken steeds harder hun best te doen elkaar in volume te overtreffen. Het is een geluid dat onlosmakelijk met de zomer is verbonden. Als er één vlakbij je zit, doet het schelle geluid haast pijn aan je oren. Om het beestje te vinden moet je op het geluid afgaan want op de stam van de druif is de camouflage haast perfect. Ongelofelijk dat zo'n beestje zo'n herrie kan produceren. In tegenstelling tot krekels doen ze dat niet door hun poten tegen elkaar te wrijven, maar hebben ze een eigen 'geluidssysteem'in hun onderbuik. Alleen de mannetjes 'tsjilpen' om brouwtjes te lokken, de vrouwtjes kunnen alleen met hun vleugels een klikgeluid maken. Dit was voor de Griekse dichter Xenarchos (5e eeuw v.Chr.) aanleiding om deze uitspraak te doen: “De cicaden leven gelukkig, want ze hebben vrouwen die niet kunnen spreken”.



zaterdag 1 juli 2017

Een antiek dagje

Na de regenachtige, maar even lekker frisse dag, is het Sahara-stof weer even van de straten en de auto weggespoeld. Vandaag scheen de zon weer en de temperatuur zo achter in de 20 graden leek ons heerlijk om een dagje door de stad te slenteren. Omdat het het eerste weekend van de maand is, viel de keus op Arezzo in zuid-Toscane: er vindt hier dan een van de grootste antiek- en curiosamarkten van de regio plaats. We hebben heerlijk langs alle stalletjes geslenterd en op de route nog wat kerkjes van binnen bekeken (als er tenminste geen huwelijksmis of begrafenismis bezig was, en er geen entree werd geheven. Dat laatste is tegen mijn - maar kennelijk niet tegen de kerkelijke - principes). We hebben veel gezien, maar hebben ons als Hollanders gedragen: kijken, kijken maar niet kopen. De stappenteller gaf vandaag 11.222 stappen (7,7 km) aan. Om maar even aan te geven dat er heel wat kraampjes stonden!


donderdag 29 juni 2017

Bubbel, bubbel

Afgelopen week was het erg warm, tegen de 40 graden op het heetst van de dag. Niet echt weer om veel inspanning te doen, eigenlijk ook niet om in de heuvels te gaan wandelen. Toch hebben we donderdag een kleine wandeling van 8 km gewaagd in Montenero, een heel klein gehuchtje rond een groot kasteel. De wandeling vond ik op internet. Onderweg moeten we een vulkanische bron tegenkomen, dat willen we wel eens zien. Dus auto geparkeerd in de schaduw van het kasteel en met 1,5 liter water in de rugzak op pad gegaan. Het begon allemaal prima, heuvel af door het bos, heerlijk. En beneden aangekomen een stuk door de velden met uitzicht op Todi. Oei, toch wel warm zo in de zon. En dan moet je ook weer omhoog. Dat wordt zweten. Dus even onder de bomen bij een oude boerderij gestopt voor een slok water. De boer, een heel oud mannetje, is wel in voor een praatje. Hij vertelt dat er vroeger veel mensen woonden in de boerderijen die hier verspreid staan, maar dat hij tegenwoordig nog de enige is, iedereen dood of weggetrokken. Het is een verhaal dat we helaas vaker horen.
Volgens de route moeten we in het volgende bosje de bron vinden. "Volg het geluid van water en de stank van zwavel" staat in de beschrijving. Inderdaad horen we water stromen en even later ruikt het ook naar rotte eieren. Via een klein paadje vinden we de modderbron, waar gas met een grote kracht omhoog komt en de modderpoel laat borrelen. Er schijnen meer van dit soort poelen in de omgeving te zijn, maar die bewaren we wel voor een andere keer, als het minder warm is. Moe en bezweet klimmen we het laatste stuk door het bos weer naar boven.

Kasteel met huisjes in Montenero

Door de velden...
De zwavelbron
Hier ligt Montenero


We hebben een nieuw huis!

Nee hoor, we hebben ons geliefde huisje niet van de hand gedaan. Maar we hebben de oude grijze cementen voegen tussen de stenen van de buitenmuren laten vervangen. Daarom voelt het een beetje al nieuw. Aldo, de muratore (metselaar) uit het nabijgelegen dorp Morre en zijn handlanger klaarden de klus in twee (!) dagen. Heel on-Italiaans stonden ze om 7 uur 's morgens al voor de deur en werkten in een razend tempo door tot 6 uur met een uurtje middagpauze. Het begon met veel troep, maar na twee  dagen kwam het huis als herboren onder de steigers en het plastic vandaan. Niet alleen ziet het er nu gelikt uit, deze voegen zijn ook waterdicht en dat is heel prettig in een ongeïsoleerd stenen huis. Hierbij een voor, tijdens en na de klus foto.




Excuses


Sorry, sorry, voor het lang niet bijhouden van deze blog. Tot mijn schrik zie ik dat het laatste bericht gepost is in juli van 2013. Het lijkt alsof ik na deze datum niet meer in Acqualoreto ben geweest, of er wel ben geweest maar niets heb meegemaakt waarover een stukje te schrijven viel. Nou, niets is minder waar. Ik kom minstens drie keer per jaar en beleef genoeg om over te schrijven. Ik heb me dus voorgenomen om me te beteren en in ieder geval weer regelmatig een bericht te posten.




woensdag 3 juli 2013

Bloemenzee

In onze omgeving hebben we heuvels, maar in het oosten van Umbrië liggen echte bergen, tot wel 2500 meter hoog. Bij helder weer kunnen we deze Sibillijnse bergen vanaf ons terras zien. Tussen herfst en voorjaar zijn de toppen vaak bedekt met sneeuw. De bergen zijn genoemd naar Sibille, een waarzegster die hier in een grot leefde, zoals de legende beweert. Als je vanuit Norcia de steile klim omhoog maakt en na veel haarspeldbochten boven op de pas aankomt, zie je voor je een uitgestrekte hoogvlakte, zeven kilometer lang en drie kilometer breed, omzoomd door hoge kale bergen. Het lijkt uitgestorven, op een klein dorpje na, dat hoog op een heuvel ligt, Castelluccio. Hier komt maar één keer per week een bus, als je die mist dan moet je dus een week wachten op de volgende. Je kunt hier prachtige bergwandelingen maken of een tandemvlucht maken met een deltavlieger. De vlakte is verder bekend om de vele wilde bloemen die hier in juni bloeien. Gisteren zijn we er gaan kijken, in de hoop dat de ‘fioratura’ door het koude en natte voorjaar ook in deze week nog te zien zou zijn. In eerste instantie viel de aanblik van de vlakte van bovenaf wat tegen, maar eenmaal beneden aangekomen bleken er toch nog hele velden met kleurige bloemen te zijn. Een prachtig gezicht, en een feest voor de bijen, want als je tussen de bloemen stond was het gonzen van hun vleugels haast oorverdovend. De aanblik is haast niet in foto’s te vatten, maar hieronder toch een indruk.





donderdag 27 juni 2013

Sagra

In alle Umbrische steden en dorpen wordt één of zelf meerdere keren per jaar een dorpsfeest of sagra georganiseerd. Het zijn door de dorpsbewoners georganiseerde feesten die enkele dagen duren. Iedere dag wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd. Vaak wordt er dan een voor het dorp of de streek bekend plaatselijk product geserveerd: wild zwijn, gans, varken, kastanjes, porcini (paddenstoelen), asperges en wat er al meer eetbaar is. De formule is simpel: sluit aan in de rij wachtenden en bestel van het menu wat je wilt eten en drinken. Met je eten zoek je een plekje aan een van de lange tafels. Het leuke is dat je nooit weet naast wie je aan tafel komt te zitten. Vaak ontmoet je zo heel aardige mensen, hoor je leuke verhalen en krijg je interessante tips. Na de maaltijd is er meestal een optreden van een lokale artiest en kan er worden gedanst. De sagra's worden aangekondigd met posters in alle omliggende dorpen en bij ons is er op dit moment elke dag wel eentje ergens in de buurt. Deze week zijn we naar de sagra in Doglio geweest, een prachtig klein burchtdorp aan de overkant van de Tiber. We kwamen naast een leuk stel uit Rome te zitten, die allebei bij IKEA werkten. Zij op de administratie en hij als kok. We kregen de tip om een keer te gaan eten in een berghut in de Martani bergen, een uurtje rijden bij ons vandaan. Meteen opgeschreven, we gaan het zeker eens uitproberen.








Città della Pieve

Tussen Orvieto en het Trasimeense meer ligt het stadje  Città della Pieve. Anders dan in andere Umbrische steden zijn de gebouwen hier niet gemaakt van grijze of gele steenblokken, maar van rode baksteen. De plaatselijke steen is namelijk te zacht om als bouwmateriaal gebruikt te worden. De weinige steen die in gebouwen gebruikt is, is dan ook erg verweerd. Al met al geeft het een bijzondere aanblik. Bovendien is het centrum groot genoeg voor enkele leuke terrassen en winkeltjes. Maar wij kwamen specifiek voor de Infiorata, die hier ieder jaar rond de langste dag van het jaar wordt gehouden. Zaterdagavond beginnen de inwoners met het leggen van mozaiëken van gekleurde steentjes, bloemblaadjes en allerlei zaden. Zo wordt één straat een zondag lang omgetoverd in een  kleurig tapijt met verschillende motieven. Iedere wijk maakt zijn eigen ontwerpen en een jury beoordeeld welke wijk er uiteindelijk gewonnen heeft.  

Città della Pieve is ook de geboorteplaats van de beroemde 15de-eeuwse schilder Pietro Vannucci, beter bekend als Il Perugino (de man uit Perugia). In de stad zijn verschillende van zijn werken te zien, zoals een prachtig fresco van de Aanbidding van de Wijzen in het oratorium van Santa Maria dei Bianchi. Dus ook zonder bloemtapijten is dit stadje een aanrader.



dinsdag 18 juni 2013

Brandhout

Wandelend in de omgeving valt het op dat er de afgelopen tijd weer stukken bos zijn gekapt. Hier mag de eigenaar van de grond iedere 15 jaar het bos uitdunnen. Dat houdt in dat de bomen mogen worden gekapt, maar dat er  op regelmatige afstand bomen moeten blijven staan om erosie tegen te gaan.  Dit alles wordt gecontroleerd door de Corpo Forestale dello Stato, een soort nationale boswachters. De bomen worden ter plaatse in stukken gezaagd en opgestapeld. Het wordt als brandhout verkocht en gebruikt, de meeste huizen hier worden met houtkachels en open haarden verwarmd. Centrale verwarming bestaat hier wel, maar wordt eigenlijk alleen voor het verwarmen van water en voor het koken gebruikt. Gas is hier veel duurder dan in Nederland, dus stookt iedereen hier liever zijn eigen gekapte houtvoorraad op.  Gelukkig groeit alles hier snel en zijn de de kale plekken straks weer helemaal groen. 



Het was weer zover

De titel van dit verhaal klinkt een beetje somber, maar we hebben het al zo vaak meegemaakt in Italië dat er jonge katten of honden op straat worden achtergelaten dat we niet kunnen begrijpen dat mensen hun dieren niet laten helpen. Gisteren liepen er dus drie schattige kleine katjes bij de bar, ’s nachts achtergelaten in een doos op het plein, hongerig en wel in ruim 30 graden.  In het verleden hebben we al twee keer een katje uit Italië meegenomen naar huis, maar ondanks de aansporingen van de inwoners hier om dat vooral weer te doen, willen we niet overstag gaan. Maar niemand onderneemt enige actie, behalve het strooien van een paar broodkorsten, dus hebben we zelf kattenvoer gehaald en de hele dag de katjes verzorgd. Ze zijn verder goed te pas en slapen met volle buikjes op onze stoel en in de plantenbak.  ’s Middags horen we dat de schilder Roberto, die in het restaurant aan het werk is, wel een katje wil hebben. En als we ’s avonds op het plein komen horen we dat hij ze alle drie heeft meegenomen. Nu maar hopen dat ze een goed thuis krijgen. En op tijd worden geholpen….



(Doe-het-zelf) forel

In tegenstelling tot de enorme keuze aan doe-het-zelf bouwmarkten in Nederland, is het hier altijd een hele klus om de bouw- en tuinartikelen die we nodig hebben bij elkaar te sprokkelen. Eerste stop is altijd de Brico in Marsciano, een half uur rijden. Als daar de voorraad niet toereikend is moeten we naar de Granbrico in Spello, een klein uur rijden. We nemen dan maar meteen op ons gemak de toeristische route door het binnenland in plaats van de snelweg, zodat we onderweg nog kunnen genieten van alle bloeiende veldbloemen en rozen. Op de terugweg kwamen we langs Clitunno, een plaats die al bij de Romeinen bekend stond als een idyllische oase waar het heldere riviertje de Clitunno een aantal vijvers vormt. Je kunt er heerlijk wandelen in het park en de vijvers zijn bevolkt door eenden, ganzen en forellen. De laatste zwemmen in een afgedamde visvijver, waarnaast onder de bomen een idyllisch restaurantje ligt. Op het menu staat natuurlijk forel. Voor 8 euro, zo van de grill, heerlijk. Een relaxte stop, maar voor wie wat meer actie wil: naast het restaurant kun je zelf je forel aan de haak slaan, per kilo afrekenen en meteen in het restaurant laten klaarmaken. 
Het adres: Trattoria e pesca  Parco del Clitunno in park Fonti di Clitunno, in Campello sul Clitunno.
Tel: 0743-521052.









zondag 18 november 2012

Werkweek

Deze keer moet ik een uitzondering maken, want deze blog schrijf ik terwijl we alweer terug zijn in Nederland. Maar het heeft wel een reden, we zijn de afgelopen week zo druk geweest in Acqualoreto dat er geen tijd was om mijn blog ter plekke bij te houden. Het klinkt natuurlijk wat dramatisch, maar dat was het niet. Het was namelijk leuk druk. We hadden met onze buren afgesproken dat we zouden helpen met het plukken van hun olijven als we er deze week zouden zijn, en die belofte hebben we gehouden. De afgelopen week hebben we dus drie dagen geplukt. Ik zeg expres niet 'gewerkt', want zo voelde dat ook helemaal niet. Het was juist heerlijk om buiten te zijn, terwijl het zonnetje nog lekker warm scheen en we hebben ook wat afgekletst en afgelachen. En we zijn uitstekend verzorgd want onze buurvrouw kan heerlijk koken. Met z'n vieren hebben we 800 kilo olijven geplukt en dat leverde 115 kilo olijfolie op (ja, men meet de hoeveelheid in kilo's). Uiteraard hebben we veel net geperste olie geproefd, op een boven het vuur geroosterd stuk brood, met een beetje zout. Heerlijk! Al een paar jaar verkopen wij het surplus aan olie van onze buren aan familie, vrienden en collega's in Nederland. Zij kunnen weer uitzien naar een volgende smakelijke oogst.
Na het plukken hebben we het huis weer winterklaar gemaakt. De tuinmeubels zijn in de schuur opgeslagen, we hebben maatregelen genomen voor eventuele vorst (de afgelopen winter was behoorlijk streng) en de potten met planten zijn uit logeren. En op de valreep hebben we ook in de keuken nog de wasemkap vervangen. Een productief weekje dus.